Verbeter
kracht
Patiënten
zorg


Nieuw Reanimatie-beleid / IGEL


De introductie van het nieuwe reanimatie handelingsschema en het daarbij behorende ‘airway device’ (Igel) voldoet aan de nieuwste inzichten en richtlijnen op het gebied van behandeling van patiënten met een circulatiestilstand.

Het beleid sluit aan op de werkwijze van ketenpartners en voldoet aan wensen en eisen die door medewerkers zijn opgesteld. Het nieuwe reanimatiebeleid is in januari 2017 met succes geïntroduceerd.


De feedback op het nieuwe reanimatiebeleid vanuit de ziekenhuizen is positief. Er zijn tot nu toe geen klachten of meldingen van complicaties binnengekomen. Als het ‘Airway Management Project’ in 2018 wordt afgerond, gaan we intern het nieuwe reanimatiebeleid evalueren.


In het jaarverslag van 2016 hebben we beschreven hoe dit reanimatiebeleid tot stand is gekomen.

Trauma Triage App


In samenwerking met een onderzoeksteam van het UMC Utrecht is in september van 2017 een eerste pilot met de Trauma Triage App gestart. Tijdens de pilot wordt gedurende een jaar onderzocht in hoeverre de app effectief kan ondersteunen bij het herkennen van ernstig gewonde patiënten.


Pre-hospitale trauma triage is essentieel om ernstig gewonde patiënten te herkennen en naar een level 1-traumacentrum te brengen. Een patiënt met minder ernstig letsel wordt bij voorkeur naar een level 2- of een level 3-traumacentrum gebracht.

Het blijkt dat, binnen het protocol ‘keuze van ziekenhuis’ uit het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA), één derde van de ernstig gewonde patiënten niet herkend wordt. De Trauma Triage App, in combinatie met de kennis, kunde en ervaring van ambulanceprofessionals, moet er voor zorgen dat meer patiënten naar een ziekenhuis met het juiste niveau van zorg worden gebracht.


Dit voorkomt overbelasting op het level 1-traumacentrum en vergroot de kans op overleving van patiënten en verkleint de kans op levenslange handicaps.


De ambulanceprofessionals van de RAVU gaan de app een jaar lang gebruiken, waarna de resultaten van het onderzoek bekend worden gemaakt.


Terrorisme Gevolg Bestrijding


De RAVU bereidt zich, net als alle RAV’s voor op het handelen bij de opvang van (ernstig) gewonde slachtoffers ten gevolge van extreem geweld. Om uniformiteit in handelingswijze en uitrusting te creëren heeft een landelijke werkgroep een advies uitgebracht aan Ambulancezorg Nederland (AZN).


De RAVU volgt dit advies op. Dit betekent dat:

  • Alle RAVU medewerkers volgen de komende drie jaar een TECC-opleiding.
  • Bij alle spoedeenheden van de RAVU heeft een inventarisuitbreiding (o.a. Tourniquets, hemostatische verbanden) plaats gevonden om adequaat hulp te kunnen bieden bij een aanslag of grootschalig incident.
  • Er wordt een ‘elektronische leeromgeving’ (ELO) ontwikkeld, gericht op het handelen en werken in de ‘warme zone’.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers worden aangeschaft.

Zorg evaluatie


Een belangrijke taak van de afdeling Medisch Management is zorgdragen voor de inhoudelijke kwaliteit van de geleverde ambulancezorg. Alle werkzaamheden die inzicht geven in de kwaliteit van patiëntenzorg worden samengevat onder de term ‘Zorgbegeleiding’.


De kwaliteit van de Ambulancezorg wordt onderverdeeld in 4 aspecten:


  • Bewust de goede protocollen en richtlijnen volgen.
  • De protocollen en richtlijnen bewust goed uitvoeren.
  • Aandacht hebben voor comfort en veiligheid van de patiënt.
  • Aandacht hebben voor de veiligheid van de medewerker.



Continuïteit en Resultaten Zorgbegeleiding

Het monitoren van de kwaliteit van zorg is de primaire activiteit van de afdeling Medisch Management. De bevindingen uit de ‘Zorgbegeleiding’ worden in het Multidisciplinair Beroeps Bekwaamheid Overleg (MBBO) gedeeld met het hoofd Ambulancezorg en de vertegenwoordiger van de afdeling Opleidingen. De uitkomsten van het overleg geven invulling aan individuele (opleidings)behoefte van de zorgprofessionals.

Ontwikkelingen op de Meldkamer


De vraag naar ambulancezorg start bij de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). Triage is de methode waarbij een verpleegkundig meldkamer centralist systematisch de juiste indicatie stelt en daarmee zorg toewijst. Op basis hiervan volgt het logistieke proces waarbij (indien geïndiceerd) de opdracht tot ambulancezorgverlening wordt gegeven.


Met het traject Teams Centraal, waarbij de verantwoordelijkheden decentraal in de teams belegd worden, is ook de verantwoordelijkheid voor zorgevaluatie meer in de teams belegd. Het toezicht op de kwaliteit van zorg en medisch beleid wordt uitgevoerd door de afdeling Medisch Management. In 2017 is gewerkt aan de continuïteit hiervan. Begin 2018 wordt, net als binnen de Ambulancezorg teams, een Physician Assistant/Verpleegkundig Specialist (PA/VS) aangesteld.

Functie differentiatie binnen de MKA


Tot 2016 bestond het personeelsbestand uitsluitend uit Verpleegkundig Centralisten Meldkamer Ambulancezorg (VCMKA). De moeizame werving van nieuwe VCMKA; de toenemende drukte op de meldkamer door stijgende productie en vooruitkijkend naar de samenvoeging tot Meldkamer Midden Nederland, maakte het wenselijk de functie van Uitgiftecentralist Meldkamer Ambulancezorg (UCMKA) toe te voegen aan het team.


Eind 2016 zijn de eerste uitgiftecentralisten (UCMKA) geïntroduceerd binnen de MKA Utrecht. Er zijn een aantal enthousiaste ambulancechauffeurs opgeleid, die in een combinatiefunctie met hun werk op de ambulance, de uitgifte van spoedvervoer (A1 en A2) verzorgen. Ook het “afdekken van de regio” behoort tot hun taak. Daarmee zorgen zij er voor dat overal in de provincie Utrecht de ambulances zoveel mogelijk binnen de daarvoor gestelde tijd aanwezig zijn bij een spoedgeval.

''De Meldkamer speelt een centrale rol in het proces ambulancezorg. Het is daarmee niet alleen de regisseur van de ambulancezorg maar heeft ook een poortwachtersfunctie bij de toegang tot de acute zorg.''

Niels Plantenga - Medisch Manager

Veiligheidsrondes:
in gesprek over kwaliteit & veiligheid


In 2016 heeft de RAVU veiligheidsrondes geïntroduceerd als nieuw instrument voor het uitvoeren van interne audits. De veiligheidsrondes worden gelopen door twee collega’s, één deskundig op inhoud en de andere niet. Tijdens het uitvoeren van de veiligheidsrondes wordt via een app vastgelegd of het betreffende onderdeel op orde is. Deze wijze van rapporteren maakt het mogelijk om observaties en bevindingen door middel van foto’s of enkele zinnen toe te lichten.


Qua auditstijl is nadrukkelijk gekozen voor ‘waarderend auditen’. Tijdens de veiligheidsrondes ligt de focus op de dialoog over kwaliteit en veiligheid, waardoor gezamenlijk ook proactief mogelijke kansen en risico’s in beeld worden gebracht. Op basis van de uitkomsten van de veiligheidsrondes wordt stap voor stap verbeteringen doorgevoerd in de bijbehorende processen van de RAVU.

RAVU-brede veiligheidsrondes 2017

In 2017 zijn veiligheidsrondes gelopen rondom de thema’s ‘infectiepreventie’ en ‘informatiebeveiliging’. Tijdens deze veiligheidsrondes zijn behalve de teams (Meldkamer Ambulancezorg en Ambulancezorg) ook de ondersteunende afdelingen bezocht.


Project Veiligheidsrondes

Eind 2017 is met het gezamenlijk leren & verbeteren gestart door veiligheidsrondes nog meer binnen de teams te beleggen. Op teamniveau worden veiligheidsrondes gelopen. De teams kiezen zelf - en risico gestuurd - met welk thema zij van start gaan.

Red levens, werk veilig en schoon!


Hygiëne en infectiepreventie had ook in 2017 de aandacht bij de RAVU. Onder de campagneslogan: ‘’red levens… werk veilig en schoon!’’ zijn een 3-tal thema’s opgepakt om medewerkers bewust te maken van het belang van goede hygiëne.


Deze thema’s zijn:

  • kleding en persoonlijke hygiëne
  • hygiëne in en rond de auto
  • infectiepreventie


Stap voor stap is gewerkt aan het vergoten van kennis en bewustzijn bij medewerkers over de diverse werkprocedures en mogelijke gevaren en risico’s op het gebied van hygiëne en infecties. Ook zijn, in samenwerking met een ziekenhuishygiënist uit een regionaal ziekenhuis, diverse procedurele, materiële en logistieke aanpassingen gedaan.


Zo is een nieuwe systematiek ingericht om de periodieke schoonmaak en controle van voertuigen te waarborgen en zijn alle standplaatsen uitgerust met de noodzakelijke middelen en materialen om hygiënisch te kunnen werken. Een voorbeeld hiervan zijn de nieuwe schoonmaakkarren waarover alle standplaatsen sinds februari 2017 beschikken.

Interne meldingen


Interne meldingen (VIM): teams centraal

In 2017 is een pilot gestart waarbij ambulanceverpleegkundigen, namens hun team, VIM meldingen analyseren. De verwachting is dat andere professionals uit het team het beste kunnen inschatten of een (bijna) incident een incidentele gebeurtenis is of daadwerkelijk een risico in onze processen zichtbaar maakt. De betreffende ambulanceverpleegkundigen voeren een analyse uit waarbij ze in contact blijven met de melder. De verwachting is dat deze dialoog met de melder bijdraagt aan een toename van de zogenoemde meldingsbereidheid.

Project interne meldingen

De evaluatie van deze pilot en bijbehorende opvolging is geborgd binnen het project interne meldingen, dat eind 2017 is gestart. Vanuit dit project wordt in 2018 een nieuw meldsysteem geïntroduceerd, waarbij het onder meer mogelijk is om via een app op de RAVU smartphone een VIM melding in te dienen.

Kwetsbare ouderen
in beeld


In de samenleving is een toename te zien aan kwetsbare ouderen met multi-morbiditeit problematiek. De meeste acute zorgvragen betreft de patiëntengroep tussen de 80 en 90 jaar.


We hebben binnen de RAVU een project gestart met als doel om voor deze groep patiënten met gezondheidsproblemen na een acute zorgvraag zoveel mogelijk te beperken en te voorkomen. Door zorgproblemen tijdig te identificeren, kunnen we de zorgverlening van de RAVU inzichtelijk maken en verder verbeteren.


Voor patiënten die niet in de 2e lijn gepresenteerd worden, wordt de nazorg verbeterd.

We hebben onderzocht welke instrumenten gebruikt kunnen worden om de kwetsbaarheid van deze patiëntengroep te signaleren en registreren.
O
ok is een plan van aanpak opgesteld en zijn er aanbevelingen gedaan om de samenwerking met ketenparters rondom dit thema te verbeteren. Door het verlenen van nazorg aan kwetsbare ouderen en eventueel door te verwijzen naar ketenpartners en informatie over te brengen naar bijvoorbeeld de SEH, zijn wij van mening dat de zorg aan deze specifieke patiëntengroep verbeterd kan worden.